☰ Extra

De bakker en de molenaar 
Administratieve kwesties in het Sijsele van 1775

Gerrit Huybreghts

Administratie en regels zijn van alle tijden en ze maken er het leven niet altijd gemakkelijker op.

Op 27 mei 1775 verscheen bakker Janssens voor het college van de heerlijkheid Sijsele. Hij had een klacht. Janssens was bakker woonende op het dorp jeghens over den huyse van den heer pastor van Sijsseele. De molenaar van de Allekerkemolen (waarschijnlijk Pieter Adriaensens) weigerde aan Pieter Janssens het meel mee te geven dat deze hem had laten malen.

De molenaar verwees naar een plakkaat van keizerin Maria-Theresia op datum 1 mei 1775 Vernieuwende het Verbod van den uytvoer der Graenen ende Meel met voorschryvinge van voordere maetregels om den zelven te beletten. Dit plakkaat beperkte vervoer van graan en meel.

In 1775 was er schaarste in het buitenland en een hoge graanprijs. De oogsten van 1773 en 1774 waren in een aantal landen mislukt. Frankrijk schafte in september 1774 ook nog eens de prijscontrole op het graan af. Dit leidde in 1775 tot verhoogde graanprijzen en tot volksoproer in Frankrijk ("la guerre des farines”). Graanhandel was in die tijd al internationaal georganiseerd en tekorten in het buitenland betekende dat er in onze streken druk op de graanhandel kwam. In de Oostenrijkse Nederlanden nam de overheid dan ook maatregelen om speculatie tegen te gaan en te vermijden dat graan werd uitgevoerd. 1 Er waren vroeger nog gelijkaardige beperkingen geweest, bijv. het plakkaat van 8 juli 1771. De con­text hiervan is dat de graanproductie er in de 18de eeuw op vooruitgegaan was en de Zuidelijke Ne­derlanden in de tweede helft van de 18de eeuw voor het eerst op grotere schaal graan konden uitvoeren. De uitvoer gebeurde voornamelijk naar Nederland dat een belangrijke rol speelde in de internationale graanhandel en zelf een ontoereikende graanproductie had. Bovendien kende het graanvervoer over land of water in de Zuidelijke Nederlanden weinig problemen. Bijgevolg was men in de Zuidelijke Nederlanden bevreesd voor een al te massale graanexport naar Nederland. De overheid probeerde de graanuitvoer te controleren en wanneer de uitvoer al te grote vormen aannam, werd overgegaan tot de opstelling van verbodsordonnanties.

2025 05 06 1443442025 05 06 144426

Het plakkaat van 1 mei 1775 bevatte een aantal re­gels die moesten gevolgd worden en onder die bepalingen weigerde de molenaar het meel mee te geven. Janssens was nu verplicht het college van de heerlijkheid te vragen hem een certificaat te leveren dat hem moest toelaten te Brugge ten comptoire van haere majesteijt een vergunning (acquit a caution/depesche) te bekomen om zijn graan en meel te vervoeren.2

Het college stelde hem een aantal vragen. Zo wilden ze weten of de molen binnen de twee mijlen van de grens gelegen was. Het plakkaat bepaalde namelijk dat de toelating enkel verplicht was voor molens die binnen het half uur van de grenzen lagen (artikel V van het plakkaat). Zo te zien oordeelde het college dat twee mijlen overeenkwamen met een half uur gaans. Janssens antwoordde dat dit zo was. Ook werd Janssens gevraagd wanneer hij zijn graan naar de molen had gebracht. Janssens ant­woordde dat het gisteren veertien dagen geleden was. Het college stelde vast, waarschijnlijk tot opluchting van iedereen, dat die datum viel voor de publicatie van het plakkaat in de parochie Sijsele. Bij overtredingen kon het college namelijk zelf mee verantwoordelijk gesteld worden. Plakkaten werden ter kennis gebracht via een kerkgebod, d.w.z. afroep aan de parochiekerk na de zondagsmis. Het plakkaat waarvan sprake was uitgevaardigd op 1 mei en gepubliceerd in de Raad van Vlaanderen op 9 mei, dus de eerstvolgende zondag was 14 mei. Terugrekenend had de bakker zijn graan op vrijdag 12 mei naar de molen gebracht, dus voor de bepalingen van het plakkaat in werking traden. Maar nu hij het terug wilde was het plakkaat van kracht geworden en paste de molenaar de bepalingen van het plakkaat toe. Janssens kreeg van het college van de heerlijkheid zijn gevraagde certificaat voor het vervoer van 3 hoet rogge. 3 Na het bekomen van zijn vergunning in Brugge moest hij die aan het college van de heerlijkheid komen tonen. Volgens het reglement moest het col­lege later een verklaring ondertekenen dat het graan wel degelijk op de voorziene bestemming was aangekomen, vooraleer ontlasting kon gegeven worden aan de vervoerder. In juni moest de bakker zijn verzoek herhalen. Het plakkaat verviel op 31 augustus van hetzelfde jaar.

Kleine geschiedenis van de Allekerkemolen

2025 05 06 144444In 1633 bekwam Jan de Lawaerde een octrooi voor het oprichten van een windmolen "op de plaetse van heerl hallekerkackere". Hij werd gebouwd langs de Antwerpse Heirweg (nu op nr. 25), die tot in de 18de eeuw de belangrijkste verbindingsweg was ten oosten van Brugge, met een dichte bebouwing op Sijsele.4 De molen had toen nog geen naam. In de afrekening van het windrecht voor 1697 wordt hij omschreven als “un mou­lin en la paroisse de Sissele au quartier nomme de hallekercke ackere”.

Op 23 december 1683 trekken Franse troepen plunderend en brandschattend door Vlaanderen. Bij de vele gebouwen die ze te Sijsele in brand steken, was ook deze molen.

Het molenaarsambacht van Brugge kocht in 1700 de Kattemolen op de Smedenvest. Maar Brugge had toen een overschot aan maalcapaciteit, en eerder dan de molen half of niet te gebruiken, besloot het ambacht die molen naar Sijsele over te brengen en hem de “Allenkerkemolen” te noemen.5

In 1763 verkocht het ambacht de molen aan Pieter de Vos. De molen wordt afgebeeld en vermeld als de "Alykerckemeulen" op de Ferrariskaart (1770­1778) en als de "Alkermolen" op de Atlas der Buurtwegen (1845).

In 1873 werd de houten staakmolen afgebroken en vervangen door de huidige stenen bergmolen. De molen deed dienst als graanmaalderij en als olieslagerij.

De molen bleef in gebruik tot ca. 1929. Op 20 au­gustus 1937 werden de wieken er afgehaald en in oktober 1941 ging de kap er af.6 Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de romp gebruikt als uitkijktoren, bemand door eerst Duitse soldaten en later door de Vlaamse wachters waarvan enkele uit Sijsele.

Thans rest nog een romp zonder kap. Er is geen binnenwerk meer.

De website www.molenechos.be bevat meer informatie over de Allekerkemolen, ondermeer een lijst van gekende molenaars en eigenaars.

Verwijzingen

  1. Zie: Vandenbroeke Chris, De graanpolitiek in de Oostenrijkse Nederlanden in Belgisch tijdschrift voor Filologie en Geschiedenis (1967) p. 369-387.
  2. Rijksarchief Brugge, Heerlijkheid Sijsele INV 129/8 nr. 195 Registre van criminele information
  3. hoet = 12 maten = 516 liter
  4. Vlaamse inventaris onroerend erfgoed, Antwerpse Heirweg 25
  5. Devyt, "De generaliteit van de gort-en boekweitmaalders te Brugge", Biekorf, jg. 65, 1964, p. 374-384
  6. Vlaamse inventaris onroerend erfgoed, Molensite met Allekerkemolen


 
 

De bakker en de molenaar Administratieve kwesties in het Sijsele van 1775

Gerrit Huybreghts

't Zwin Rechteroever
2015
01
012-013
BV
2025-05-06 14:49:02