☰ Extra

WOI in het Damse: de bezetter controleerde de bevolking van het Marinegebiet vanuit Ortskommandanturen

Caroline Terryn

2025 05 06 160418Heel het huidige Damme maakte tijdens de Groote Oorlog deel uit van het Marinegebiet. In oktober 1914 had het Belgisch leger zich teruggetrokken achter de IJzer in de Westhoek (W op kaartje) en bezette Duitsland vier jaar lang de rest van Belgie. Het grootste deel werd bestuurd door Duitse bur­gers, de zgn. Zivilverwaltung, maar West- en Oost -Vlaanderen en een deel van Henegouwen waren Sperrgebiet. Dat gebied en haar bevolking werd gecontroleerd door het leger, deels door de landmacht, deels door de marine.

Aan het IJzerfront heerste het Vierde Leger van de landmacht. Tot bijna 25 km achter het front gold de krijgswet. Niemand mocht daar zijn gemeente verlaten. Achter dat Operationsgebiet (Operatiegebied) lag echter nog een brede zone, het Etappengebiet. Daar stond de bevolking ook ten dienste van het front voor bevoorrading en onderdak aan soldaten met verlof, maar er was meer bewegingsvrijheid dan in de frontzone.


Aan het zeefront heerste het Marinekorps Flandern in het Marinegebiet. Dat omvatte niet enkel de kuststrook met de zeehavens, maar ook Brug­ge en 52 gemeenten, waaronder heel het huidige Damme. Begin 1915 zou ook Maldegem bij het Marinegebiet komen.1 Hier golden dezelfde strenge wetten als aan het IJzerfront en was er geen vrij verkeer van mensen en goederen. De gemeentebesturen bleven bestaan, maar ze waren ondergeschikt aan de plaatselijke commandant, de Ortskommandant.

2025 05 06 160502Het Marinegebiet op de Kaart van West-Vlaanderen 1916-17

2025 05 06 160537De hoogste bevelhebber in het Marinegebiet was admiraal Ludwig von Schroder (foto boven). Hij bouwde een samenraapsel van diverse eenheden van lucht-, zee- en landmacht snel uit tot een goed georganiseerde en gedisciplineerde strijdmacht: het Marinekorps Flandern2 Dat was verantwoordelijk voor de verdediging van de kust en de oorlogsvoering op zee vanuit de havens van Brugge, Zeebrugge en Oostende. Dit Marinegebiet was “minder een uitvalsbasis voor een regelrechte aanval tegen het Verenigd Koninkrijk dan een steunpunt voor een uitputtingsslag gericht tegen de Britse bevoorrading, en een defensief steunpunt dat ervoor moest zorgen dat de Vlaamse kust niet in handen van de vijand viel. Anders gezegd: een bolwerk in de vooruitgeschoven verdedigingslinie die de Heimat moest beschermen.”3

Het spreekt dan ook vanzelf dat de bevolking in die frontzone streng werd gecontroleerd. Centraal gebeurde dat vanuit het Provinciaal Hof op de Markt in Brugge. Lokaal zetelde in elke grotere gemeente een Ortskommandant. Samen met enkele officieren en soldaten gaven ze ter plekke verordeningen uit en zorgden dat ze nageleefd werden. Meestal bestuurden ze vanuit het mooiste huis van het dorp, bij voorkeur een kasteeltje.

Het kasteeltje op de hoek van de Middelburgsesteenweg en de Nieuwdorpstraat (tegenwoordig tegenover apotheker Babylon) stond leeg want de eigenaar, de liberale senator Van Reybrouck was bij het begin van de oorlog naar Nederland gevlucht met zijn automobiel, de enige in Moerkerke.

Het eigenlijke Kasteel van Moerkerke, dat in 1908 ingrijpend was gerenoveerd, was al opgeeist door de Duitse majoor verantwoordelijk voor de grensbewaking. De Ortskommandant moest zich dus tevredenstellen met een herenhuis van een rijke burger, dat weliswaar met haar rijke decoratie en prachtige tuin kasteelallures had.

Volgens pastoor August Declercq werd de eerste Ortskommandant Graaf Stoffenburg [sic] opgevolgd door Ortskommandant Klotz, die drie jaar met harde hand regeerde. Hij deelde kwistig boeten uit voor wie de zware opeisingen ontweek.

Vanaf eind 1917 verhuisde de Ortskommandantur naar het huis van notaris de Meurisse van Moer­kerke, die als 'indesirable' naar Duitsland was gestuurd. Het kasteeltje van Van Reybrouck werd daarna als vakantieverblijf voor officieren gebruikt.

Dank zij de geschriften van pastoor August Declercq zijn we over Moerkerke vrij goed ingelicht; over de andere deelgemeenten moeten we de informatie bijeen sprokkelen.

Voor Oostkerke heeft Rene De Keyser dat gedaan.6 Zijn dorp viel tot augustus 1916 onder de Kommandantur van Westkapelle. Vanaf augustus behoorde het tot Kommandantur Brugge en daarna tot het einde van de bezetting onder de Komman­dantur van Dudzele. Ter plaatse werden in ieder dorp Duitse soldaten ingekwartierd bij de bevolking en gewoonlijk waren er op ieder dorp ook een paar ‘Feldgendarmen’.

Vermoedelijk volgde Hoeke de evolutie van Oost­kerke. Vivenkapelle hoorde bij Sint-Kruis.

2025 05 06 160634

Enige dagen na de aankomst van het Duit-se leger te Brugge [14 oktober 1914]kwamen hier toe in automobiel, een Orts-kommandant en, enige officieren die de ganse gemeente [Moerkerke] in beslag na-men in tegenwoordigheid van burgemees-ter en schepenen in het gemeentehuis. Een ortskommandantur werd ingericht in de villa Van Reybrouck.5

2025 05 06 160559

In deze reeks vermelden we ook telkens de solda-ten uit het Damse die 100 jaar geleden sneuvel-den.4 Moerkerke betreurde begin 1915 Arthur, zoon van Petrus Boterberghe en Virginia De Mauw, geboren in Moerkerke op 28/3/1884. Denis Raman stelde in het parochieregister vast dat het koppel het jaar voordien al een zoontje ‘Arthur’ had laten dopen. Wellicht overleed die kort nadien, want op 28/3/1884 gaf Petrus aan de Burgerlijke Stand weer een Arthur aan. Arthur groeide op, huwde en verhuisde naar Maldegem.

Hij werd in augustus 1914 opgeroepen, net als zijn neef (?) Camiel, zoon van Jacobus Boterberghe en Nathalia Van Praet, geboren in Moerkerke op 29/8/1890. Beiden stierven tijdens de oorlog. Ar-thur als soldaat Derde Jagers te voet, Camiel als korporaal 3 Linie 2/1 (5Cie). Geen van beiden sneuvelde in de strijd; ze kwamen gewond of ziek naar huis: Arthur overleed bij zijn vrouw in Malde-gem op 16/1/1915, Camiel in zijn ouderlijk(?) huis in Moerkerke op 15/9/1916.

Na de oorlog herdacht Moerkerke maar één Boter-berghe: enkel Camiel werd vermeld in het bidprent-je van de ‘Moerkerksche oorlogssoldaten’ en op het dorpsmonument. Mogelijk ‘ontbreekt’ Arthur op de lijst omdat hij in Maldegem woonde.

 

2025 05 06 160615Uit het gemeentearchief van Moerkerke blijkt dat Lapscheure een eigen Ortskommandant had tot het in 1917 bij Moerkerke kwam. Guido Vermeersch bezit enkele unieke foto’s uit WOI, o.a. van de Ortskommandantur van Lapscheure. Dat was gevestigd in een herenhuis dat Laurentius De Leyn in 1874 had laten bouwen. Het klassieke dubbelhuis (centrale gang met links en rechts twee kamers) met 5 traveeen en fronton is nu opgedeeld in 2 woningen, Hoogstraat 20 & 22.7

2025 05 06 160653

In Sijsele eiste het Duitse leger het Vredehof aan de Dorpsstraat 1 op. (foto onder) Al in de 18de eeuw was er een buitenverblijf met de naam Vre­dehof; in 1884 kreeg het zijn huidig uitzicht; nu wordt het uitgebaat als hotel.8 Uit het gemeentear­chief konden we niet uitmaken of het ook als Orts­kommandantur gebruikt werd. Het Sijseelse parochieverslag meldde in 1919 dat gestrafte Sijselenaren “dikwijls in de Kommandantur in Oedelem wierden gestampt en geslagen.”9 Het Vredehof zou dienst gedaan hebban als brandweerkazerne.10 Zeker is dat er officieren verbleven; de gemeenteraad besliste op 7/5/1919 de piano’s die er achtergelaten waren aan de scholen te laten.11

Over de situatie in stad Damme vonden we nog geen informatie.

2025 05 06 1607132025 05 06 160735

Verwijzingen

1) HUYSMAN S., De Eerste Wereldoorlog in het Meetjesland. Een thematische synthese, 2011, p. 40   

2) G.,

YPERMAN, "Gistel 1914-1918", Gestella-Krantje 2003, (25) 37           

3) DE SCHAEPDRIJVER S., Bolwerk Brugge. Bezette stad in 14-18, Veurne, 2014, p. 15.

4) Op www.rechteroever.be staan alle Dammenaars die aan het front vochten opgelijst; over de gesneuvelden worden enkele bijzonderheden meegegeven. Met dank aan Jan Hutsebaut.

5) Het oorlogsverslag van Au­gust De Clerck (°1859 te Koksijde - + 1923 te Moerkerke) en pastoor in Moerkerke kwam via het archief van Emile Spriet, gewezen koster van Moerkerke en diens vrouw Maria Vandecasteele bij voorzitter Denis Raman, die het aangrijpend verhaal uittikte.

6) DE KEYSER R., Oostkerke in 1914­18, in Rond de Poldertorens, 1991, p. 110.           

7) www.vioe.be

8) idem

9) Brugge, Bisschoppelijk archief, dossier C546, parochieverslag Sijsele

10) VAN POUCKE G., Archiefbeelden Damme, p. 27. 

11) Stadsarchief Damme, Gemeenteraadsverslag 7/5/1919.

WOI in het Damse: de bezetter controleerde de bevolking van het Marinegebiet vanuit Ortskommandanturen

Caroline Terryn

't Zwin Rechteroever
2015
01
018-021
BV
2025-05-06 16:45:14