Het polderdorp Mijnsheerenland van Moerkerken in Zuid-Holland en andere sporen van de familie Van Praet in Nederland
Wim Groeneweg
Lodewijk Van Praet stierf in 1391. Zijn zoon Lodewijk, die gehuwd was met Jacqueline van Eessene volgde hem op als heer van Moerkerke. Deze Lodewijk bedijkte vele polders zoals in 1415 de Strijdersgatpolder, in 1417 de Antwerpenpolder en in 1422 de polder van het Zwarte Gat, allen op het eiland van Cadzand. In 1424 kocht Lodewijk Van Praet de heerlijkheid van der Merwede, bij Dordrecht, van zijn halfzus Margriet van der Merwede. De moeder van Lodewijk was in haar tweede huwelijk getrouwd met Daniel van der Merwede.
Zo ontstond waarschijnlijk de link tussen Moerkerke en de omgeving van Dordrecht. Het huis te Merwede gelegen ten oosten van Dordrecht werd in 1418 door de Dordtenaren geplunderd tijdens de Hoeksche en Kabeljauwse twisten. Door de Sint-Elisabethsvloed verviel het huis te Merwede definitief tot een mine omringd door water.(1) De heren van Moerkerke hebben er nooit gewoond.
In 1438 kocht Lodewijk de heerlijkheden Schobbe en Everocker gelegen in de huidige Hoeksche Waard in Zuid-Holland. Lodewijk wilde deze gorzen en nabijgelegen gronden bedijken en in een waterschap onderbrengen. Dit waterschap dat in 1440 tot stand kwam kreeg de naam ’s Heerenlant van Moerkercken. Ook ontstond een dorp geheten Mijnsheerenland van Moerkerken (nu Mijnsheerenland).
Lodewijk stierf in 1440 en zijn zoon Vranck Van Praet werd toen heer van Moerkerke in Vlaanderen en Zuid-Holland en heer van de Merwede. Vranck was getrouwd met Elisabeth van Loon, een dame uit een invloedrijk Dordts geslacht. Vranck stichtte in 1445 een kerk in Mijnsheerenland. Daarin staat nog steeds de tombe van Elisabeth van Loon (2) en de ambachtsherenbank versierd met het wapen van Mijnsheerenland van Moerkerken, waarvan een afgietsel zich nu in het kasteel van Moerkerke bevindt.(3) Vranck Van Praet was ook vermoedelijk de stichter van het Hof van Moerkerken, een landhuis in Mijnsheerenland, dat nog eveneens bestaat. (4)
Foto’s Nikolay Holthoff