Op de Kaart van de Zwinstreek uit 1501 ontbreekt Middelburg en staat er een molen: de Noordmolen of de Hoornmolen?
Caroline Terryn
Jan de Hervy - Kaart van de Zwinstreek - 1501 - Groeningemuseum Brugge © Foto: Lukas - Art in Flanders VZW (www.lukasweb.be) Hugo Maertens Brugge
In de reeks over Damme op de Kaart van de Zwinstreek bespreken we de molen die in het midden staat tussen Moerkerke (links), Aardenburg (rechts) en Lapscheure (vlak boven de molen). Over de grote foutmarge van de kaart hadden we het al in vorige artikels.1 In dit gebied bakt de Hervy het wel heel bruin: er is geen spoor van Middelburg, terwijl rond 1500 het kasteel en het stadje al gebouwd waren. Gezien de gespannen verhouding tussen de opdrachtgever van de kaart (Brugge en het Brugse Vrije) en (de opvolgers van) Pieter Bladelin is het best mogelijk dat Middelburg niet zo maar vergeten is, maar met opzet niet in kaart gebracht werd. Vermits Middelburg zelf buiten ons werkgebied ligt, laten we dit rusten en concentreren we ons op de houten windmolen.
Als het over molens gaat, raadplegen we best Molenechos.be, het overzicht van alle Vlaamse nog bestaande en al verdwenen molens. Rond 1500 waren er 4 in dit gebied. De Heimolen van Middelburg kunnen we al schrappen aangezien het stadje niet is weergegeven. De Noordmolen aan de Preekboom in de Meulenpolder is een mogelijke kandidaat. ‘Het tiendenboek van 1400 vernoemt
de korenwindmolen... De ommeloper van 1602 vermeldt hem het laatst, maar in 1920 waren er bij de Preekboomstraat nog ’molenwallekes’. 2
De 2 overige zijn de Staggaerts- of Houtinkwervemolen en de Hoornmolen. Het gaat hier o.i. om een en dezelfde molen. Over Staggaerts- of Houtinkwervemolen meldt Molenechos.be: ‘Houtinkwerve is een oude benaming voor de wijk de Hoorn. De molen is opgenomen in de ommeloper van Moerkerke, langs de Heerweg van Brugge naar Aardenburg (nu Damweg). In de 16de eeuw stond deze staakmolen aan de oostkant van de Groenestraat. Later werd hij verplaatst naar de westzijde van deze straat. Dichtbij bevond zich de kapel van Houtenwerve of de Wijlenkapel. Hierbij hebben wij volgende bedenkingen. Wijlenkapel’, werd voor het eerst(?) genoteerd door Passchier.3 Wijlen was echter geen eigennaam, maar duidde op een verdwenen kapel. Op kaarten vinden we immers: “wijlent Houtinwerfve capelle”. Volgens een kopie uit de 2de helft van de 18de eeuw van een kaart uit 1735 (rechtsboven)4 stond de middeleeuwse kapel ca. 300m ten westen van de huidige Cafe-Tearoom De Groene en de Hoornmolen ca. 600 m ten noordoosten van Herberge de Groene. Bovenstaande kaart uit 1800 is eveneens een kopie van die van 1735.5 Of de kapel exact daar stond voor ze in de 16de eeuw(?) verdween, weten we niet.
De Staggaertsmolen stond dus ‘dicht bij de kapel’ en wordt daarom ook Houtincwervemolen genoemd. In de literatuur vinden we echter geen bronnen die de Houtincwervemolen vermelden. De Staggaertsmolen wordt een maal vermeld; in een 16de eeuws kerkarchief. "In de 16de eeuw stond deze staakmolen aan de oostkant van de Groenestraat. Later werd hij verplaatst naar de westzijde- van deze straat. ” 6
Dit valt te betwijfelen; niet omdat molens niet verplaatst werden, wel omdat de kapel ten westen van Herberg de Groene lag en de Groenestraat ten oosten. De naam Groenestraat dateert trouwens van na 1841 want in de Buurtwegenatlas van 1841 heette ze Hoornmolenweg en hier staat ze beschreven als “som(tijds) gen(oemd) voetstije” [voetweg]. 7
In elk geval stond aan de oostkant van de Groenestraat op amper 900 m van de Houtincwervekapel al in de middeleeuwen een andere molen, de Hoornmolen. Aangezien de Staggaertsmolen maar een keer vermeld is en dicht bij de kapel stond, vermoeden wij dat toen met de Staggaertmolen eigenlijk de Hoornmolen bedoeld werd.
De Hoornmolen (en herberg Den Hooren) lagen aan een kruispunt van een belangrijke O-W-as met een belangrijke N-Z-as en een diagonale binnenwegel voor voetgangers, de huidige Groenestraat. De O-W-as was een van de oudste wegen, op het raakvlak tussen de zand- en de kuststreek op de lijn Oudenburg-Brugge-Aardenburg. Na de storm van 1134 die het Zwin deed ontstaan, werd langs de rechteroever van de overstromingsvlakte van het Zwin de Damweg (her)aangelegd. De lage dijk sloot achterliggende kreken af en verbond iets hoger gelegen delen.8 Den Hoorn ligt op een zandrug, een ideale plek voor een molen.
Onderstaande kaart geeft enkel de Maldegemse Polder weer; het grondgebied van de watering van Moerkerke-Noord-over-de-Lieve (links) is blanco.
Daar is de Damweg aangeduid met een stippellijn. De Damweg heette ook Noordelijke Aardenburg- Brugge Weg en liep parallel met de Zuidelijke. Parallelle wegen kwamen veel voor. De ontdubbelde traces ‘ontstonden wanneer door de vorming van kuilen en plassen een stuk weg onbegaanbaar of onberijdbaar was’.9 Tussen beide wegen - soms hoge en lage of winter- en zomerwegen genoemd - waren er verschillende verbindingen. De NZ-as bij de Hoornmolen was een van de belangrijkste omdat hier de weg naar Lapscheure begon. In 1841 heette die Broolosenweg. Haringgat is een recentere naam, verwijzend naar een zijarm van het Lapscheurse Gat. Dat was - net als de Hoorn- put (aangeduid met *) - een restant van de inundatie van 1583, tijdens de godsdienstoorlog.
Op de vraag of de molen op de kaart van de Zwinstreek de Noord- of de Hoornmolen is, moeten we het antwoord schuldig blijven. Uit de Hervy’s kaart is immers niet op te maken of de molen eerder bij de Preekboomstraat, dan wel aan de Damweg ligt en het dus de Noord- of Hoornmolen is. Over de Noordmolen is na 1602 niets meer vernomen. De Hoornmolen overleefde nog net WOI.
De vroegste vermelding van de Hoornmolen dateert van 1425. Dan was er al sprake van een ‘houten meulenwalle’. Toen de molen in 1919 of 1920 werd afgebroken, was het een eeuwenoude houten staakmolen. Volgens onderstaande postkaart uit 1908 was de molenkop nog altijd van hout.10 Vanaf de 2de helft van de 19de eeuw werden de houten kop en as waaraan de wieken draaiden dikwijls vervangen door een sterker gietijzeren exemplaar; niet in Den Hoorn.
Na 1793 werd de Hoornmolen ook Molen Adam genoemd. De laatste molenaar, Jean-Frangois Adam, stierf in 1915. Zijn weduwe en kinderen lieten de eeuwenoude molen in 1919 afbreken.11 Tijdens WOI, poseerde een Duits officier arm in arm met twee dames - de molenaarsweduwe en -dochter? - bij de Hoornmolen.12 Na de afbraak werd ook de molenwal geslecht. Het is nu een van de laatste onbebouwde percelen van de wijk. Sinds 2012 herinnert een nieuwe zijstraat van de Groenestraat aan de Hoornmolen, want op ons advies koos het Stadsbestuur voor de naam Hoornmolenstraat. In een volgende bijdrage onderzoeken we wie de Hoornmolen bezat toen de Hervy in 1501 ten oosten van Moerkerke een molen schilderde.
Voetnoten
1. TERRYN C., Hoe onnauwkeurig is de Kaart van de Zwinstreek? In Erfgoedblad Damme, 3, 2012, p. 60.
3. PASSCHIER R., Opzoekingen aangaande Moerkerke, handschrift MIK
4. RAB, Kaarten en plans, 556, Figuratieve Kaart van de Maldegemse polder
5. RAB, Kaarten en plans, 517. Perceelsgewijze kaart van o.m. de Maldegemse polder.
6. VERSTRAETE D. Lenen te Moerkerke in Rond de Poldertorens, 1978, p. 313, RAB, Oud Kerkarchief nr. 479
7. zie 5
8. VERHULST A., Landbouw en landschap in middeleeuws Vlaanderen, p.
9. RYCKAERT M., Het West-Vlaamse wegennet door de eeuwen been in In goede banen, Brugge, 2005, p. 63
11. idem
12. Fotoverzameling ‘t Zwinrechteroever MIK