☰ Extra

De blijde inkomst van Pierre d’Hanins als heer van Moerkerke in 1743
Deel 3: het ritueel van de blijde intrede

Caroline Terryn

Eén van de belangrijke politieke rituelen was het feestelijk ontvangen van een nieuwe heer. Bij de aanstelling van Pierre d’Hanins als heer van Moer-kerke in 1743 werd een huldegedicht voorgedragen en gezongenen. De gedrukte versie - op een stuk stof van zijde, van 99 cm op 50 cm en omkaderd door 32 ingekleurde wapenschilden - werd in 2010
gekocht door Michel Van den Broeck. In de vorige bijdragen publiceerden we het gedicht, nu volgt het lied dat gezongen werd op de tonen van Liefste beckjen sonder gal. Hoe dit klonk, konden we jam-mer genoeg niet achterhalen, zelfs niet in www.liederenbank.nl, waarin ook oude Vlaamse liedjes zijn opgenomen.
2025 05 12 155500

2025 05 12 155532I

Was oyt mensch te recht verblydt

Als hy voorspoet, luck, of zegen,

Van den Hemel heeft verkregen, of geniet een gulden tydt?

O Nu mag sig Moerkerck romen Nu het tot syn luck, en eer,

Tot syn Heerschap heeft bekomen, Wiens Geslacht is Groot, en g’acht is,

Mits het uyt een Edel Stam Syn begin ofte oorspronck nam.

II

Jonge Jeught, en ouderom,

En heel Moerkerckx Ingeseten,

Wilt uw’ plichten niet vergeten,

Bied uw’ Heerschap wellekom;

Die syn mildtheyt thoont, naer konste Uytgevrocht, in ’s Heerens Kerck,

O wat is ’t een lofbaer werck Dat verdient des Hemels jonste;

Wilt dan togen Uw vermogen

In te dancken sulck een Man Die den Godts-dienst cieren kan.

III Ider laet het wercken staen,

En besonder de Boerinnen,

Op dat sy met hun vriendinnen

Sulck een Vrouwe tegen gaen,

Die hun wesen sal een trouwe

En goethertige Vriendin

Elck roep dus op blyden zin

Wellekom zyt gy Mevrouwe,

Uwe Intrede

Die baerdt vrede,

Liefde en eendracht by elckeen,

Want de vreughd is algemeen.

IV Joncker d’Haninx uwe faem

Groeye in luyster, als men mercke

Dat d'Heerschappy van Moerkercke

Ciere op 't eerlyckst uwe naem,

Roodoncq, Wierix, en Alsbeke,

Het Genoodtschap, Kemmelandt,

Maeke uw Stam tot vaster stant;

Of den nyt sulck tegenspreke,

d'Heerllyckeden

Die U heden

Heerschapt, melden uwen lof

Soo als Bliespoel, en Steenhof.

v

Leeft van Moerkerck, Edel Heer,

Leeft tot als gy Nestoors hairen

Op uw cruyne moogt vergaeren

Tot ons luck en meerder eer.

Leeft beroemde en veel geachte

Vrouw van Moerkerck, lange en bly

In dees pral-rycke Heerschappy

Op dat eeuwig uw Geslachten

Blyven leven,

En verheven

Worden in de Heerschappien

Daer m'uw af Bestierders sien.

VI Oud-beroemde Edellien

Lydt de vryheyt die wy plegen

In uw, met een toegenegen

Herte, veel geluckx te bien;

Uwe Intrede baert vernoegen

Aen al d'Ingeseten van

Moerkerck, soo wel Vrouw als Man:

Dus is 't reden wy ons voegen

Tot de vreughden

En in deughden Roepen leeft dit dit glans-ryck Paer

Kan 't geschien tot hondert jaer


Het lied moedigde heel Moerkerke aan samen te komen om de nieuwe heer en zijn echtgenote te verwelkomen en om het koppel een lang leven toe te wensen. Het gezang eindigt met ...glans-ryck Paer... Kan 't geschien tot hondertjaer. Het pakte enigszins anders uit. De nieuwe kasteelvrouwe stierf nog geen twee jaar na de plechtigheid. Zelf had Pierre d’Hanins nog 20 jaar te goed. Hij was 50 jaar in 1743 en zou in 1764 sterven. Hij had Marie-Madeleine De Bie gehuwd in 1722. Het paar was kinderloos gebleven. Enkele maanden nadat zijn eerste vrouw was gestorven, hertrouwde Pierre d’Hanins. Jeanne de Cornelis schonk hem twee kinderen. Hun zoon Pierre jr. zou hem in 1765 opvolgen als heer van Moerkerke.1 In 1795 schafte het Franse bestuur echter de heerlijke rechten en adellijke privileges af. Voortaan werd Moerkerke bestuurd door een verkozen burgemeester. Na de revolutiejaren werd Honore d’Ha­nins, de zoon Pierre jr., burgemeester ... tot hij in 1849 de verkiezingen verloor, maar dat is een ander verhaal.

2025 05 12 155610Uit edel stam geboren

De d’Hanins gingen er prat op dat ze al eeuwen in de adel waren opgenomen. Uit edel stam geboren, weerklinkt het herhaaldelijk in het huldedicht en het lied. In 1699 werd Pierres vader, Philippe, zelfs ridder geslagen. Via zijn huwelijk met Adrienne de la Villette was Philippe d’Hanins in het bezit gekomen van Moerkerke. Hun zoon, ridder Pierre d’Hanins was naast heer van Moerkerke ook heer van Roodoncq, Wiericx, Kemmelant, Meulendyck, Grand- Bar, Warnave, Blyspoet, Thof ten Daele, hooghe ende neder Grave, Hovorts, over Acker, Alsbeke, etc., en schepen van het Brugse Vrije. In 1736 had hij het prestigieuze ambt van burgemeester in het Oostkwartier van het Brugse Vrije bekleed.3 Naast de vele heerlijkheden bezat de familie een winterverblijf in Brugge. In het derde kwart van de 18de eeuw, na het uitgraven van de Coupure, liet Pierre d'Hanins, tussen de Coupure en de Witteleertouwersstraat het Hdtel d'Hanin de Moerkerke bouwen. Eens een pareltje, maar nu zwaar verkommerd...

De feestelijke inhuldiging van Pierre d’Hanins als heer van Moerkerke vond plaats op 28 augustus 1743, meer dan een jaar nadat hij zijn broer Charles op 31 december 1741 was opgevolgd. Hoe het feest verliep is niet geweten. Vermoedelijk is enkel dit lange huldedicht bewaard. Het werd in kleur gepubliceerd in Kasteel van Moerkerke. Van burcht tot feestzaal. Dat boekje is nog steeds verkrijgbaar tegen 5 euro bij de voorzitter of via de website www.zwinrechteroever.be

Blijde inkomstgedicht

Het is een typisch blijde inkomstgedicht. Dergelijke gedichten werden speciaal gecomponeerd voor de plechtige en feestelijke ontvangst van een vorst. Ook grote dichters beoefenden het genre. Zo schreef Joost Van den Vondel in 1638 de Blij­de inkomst der allerdoorlughtighste Koninginne, Maria de Medicis naar aanleiding van het bezoek van deze Franse koningin aan Amsterdam. Dit

gedicht werd geschreven voor een bezoek van een bevriend staatshoofd. De meeste blijde inkomstgedichten werden echter opgedragen aan een feodaal heerser die voor de eerste keer een stad die in zijn bezittingen lag, bezocht. Dergelijk bezoek heette de blijde inkomst of blijde intrede.

2025 05 12 155627Bij de Blijde intrede van Keizer Karel (3de ruiter van links) in Brugge in 1515 was de stadspoort feestelijk versierd. In de stad voerden de Bruggelingen elf ‘tooghen’ of tonelen op. Anonieme Miniatuur © Ostereichische Nationalbibliothek, Wenen, nr 2591.

Blijde inkomst of blijde intrede

In de middeleeuwen was een ritueel ontstaan waarbij een pas aangetreden vorst een bezoek bracht aan de steden in zijn gebied en feestelijk onthaald werd door de lokale bevolking. Ook het nieuwe koningspaar Filips en Mathilde deden in 2013 hun blijde intrede in de provinciehoofdplaatsen van Belgie. Ze zetten hiermee een eeuwenoud gebruik verder. In 1301 hield de Franse koning Filips IV in verschillende steden van het graafschap Vlaanderen blijde intredes. Het ging er toen wel veel feestelijker aan toe dan in 2013. In Gent kostte het meerdaagse feest meer dan 27.000 pond, meer dan 1 jaar belastingopbrengst. Na Gent en een korte doordocht door Damme deed Filips IV Brugge aan. Ook de Bruggelingen waren in vol ornaat, richtten veel spelen in en gaven de koning prachtige geschenken. Het etaleren van rijkdom was zo overweldigend dat de Franse koningin Jeanne van Navarra zou opgemerkt hebben: ‘Ik dacht dat ik alleen de koningin was, maar ik zie er hier zestig rond mij’. Ze was misnoegd omdat vele Vlaamse vrouwen zich zo rijk als een koningin konden kleden. De middeleeuwse stedelingen wilden hun rijkdom tonen. En niet en­kel hun rijkdom, maar ook hun macht. De middel­eeuwse blijde intredes waren immers niet vrij blijvend: telkens legde de vorst in ruil voor erkenning van zijn macht de eed af op de lokale rechten en privileges. In Brabant ondertekende Johanna van Brabant ter gelegenheid van haar blijde intrede in Brussel in 1356 zelfs een document dat veel verder ging dan het louter erkennen van de al bestaande lokale rechten en privileges. Dit charter staat gekend als De Blijde Inkomst - met hoofdletters - en beperkte de macht van de vorst (de hertog van Bra­bant) want voortaan mocht de hertog geen oorlog voeren of belastingen heffen zonder instemming van de steden en het gewest van Brabant. Het bevatte ook een ongehoorzaamheidsclausule die de onderdanen het recht gaf op verzet tegen de hertog van Brabant als deze zich niet aan n de Blijde In­komst hield. Dit document, dat alle volgende vorsten tot in 1792 erkenden, fangeerde als een soort grondwet, die de burgers beschermde tegen de vorstelijke willekeur.

Blij de inkomsten vormden de hoogtepunten van het Bourgondische staatsritueel. Het ging om meer dan enkel de juridische erkenning van de nieuwe lands- heer door de onderdanen. “Door zijn directe contact met de onderdanen kon de vorst beter zijn gezag doen gelden ... De prachtige verschijning van de vorst was een eerbetoon aan zijn gastheren; die zet- ten op hun beurt alles in het werk om hun gast eer- vol te ontvangen met geschenken, wijn, versierin- gen en vertoningen. Dat alles versterkte de weder- zijdse banden en droeg bij tot een harmonieus be- stuur.”3

Na de middeleeuwen trok de centrale vorst de macht steeds verder naar zich toe en holde de loka- le rechten en privileges uit. Blijde inkomsten en de daarbij horende blijde inkomstengedichten waren een zuivere lofzang op de nieuwe vorst.

2025 05 12 155641Oorspronkelijk was poort uit 1401 hoger. De bovenbouw werd in de 17de eeuw gesloopt; de voorpoort ca. 1760. Onder: de Kruispoort zoals hij nu is, maar nog met een draai- i.p.v. ophaalbrug. Foto voor 1918 © www.fotoleren.nl

Pierre d’Hanins liet zich voor zijn ‘blijde intrede’ in zijn heerlijkheid Moerkerke duidelijk inspireren op die van de vorsten in de steden. Het huldedicht zingt de lof van deze wijze, adellijke en vooruit- ziende heer. De aanhef, SCHULD-PLICHTIGE ZEGEN-WENSCHEN, zet de toon. De Moerker- kenaren moesten Pierre d’Hanins, door de tijdgeno- ten PIETER D’HANINX genoemd, op de dag VAN SYN BESITNEMINGE als heer van Moer­kerke hun ‘zegenwens’ geven. Ze moesten hem in stoet komen verwelkomen. De liedtekst maant de Moerkerkse boerinnen zelfs aan hun werk te laten vallen om de nieuwe kasteeldame Marie-Madeleine d’Hanins-De Bie als een nieuwe vriendin te komen begroeten. Of ze dat deden is niet te zeggen, laat staan of ze dat van ganser harte deden.

Een halve eeuw later was Moerkerke “de ijverigste en dankbaarste parochie van het Vrije” om de Fran- se revolutionairen als bevrijders te onthalen. Al meteen ontstond hier een club ‘Vrienden van Vryheyd en Gelykheyd’. Enthousiast plakten ze aan de Boom der Vrijheyd affiches met de nieuwe de- creten zoals de afschaffing van het privilege van de jacht en visvangst - voordien mocht enkel de heer jagen en vissen. De heer van Moerkerke mocht niet langer de ‘Ontvanger van Kerke en Disch aanstel- len en de Officie van amptsman verpachten’. Hij moest de macht overdragen aan Representanten: verkozen burgers. De ‘Vrienden van Vryheyd en Gelykheyd’ besloten hun vergadering van 17 febru- ari 1792 met ‘het onder de herhaalde toejuychingen van het Volk verbranden van het wapen van den gewezen Heer van Moerkerke.’4

Voetnoten

1) GAILLIARD J., Bruges et le Franc ou Leur magistrature et leur noblesse, avec des donnees historiques et genealogiques sur chaque famille, Brugge, 1857, p. 267 ; PASSCHIER R., Opzoekingen aangaande Moerkerke, 1927, p. 547.

2) idem

3) www.dbnl.nl

4) PREVENIER W. EN BLOCKMANS W., Prinsen en poorters, Antwerpen, 1998, p. 325

5) VIANE A., De Jacobijnenclub van Moerkerke 1792-1793 in: Biekorf, 1961, pp. 97-101.

 

 

De blijde inkomst van Pierre d’Hanins als heer van Moerkerke in 1743 Deel 3: het ritueel van de blijde intrede

Caroline Terryn

't Zwin Rechteroever
2016
01
004-007
BV
2025-05-12 16:01:59